Niet alleen waren we te gast bij Lely Industries, kwam Eric Wiebes
op bezoek, maar was één van de innovaties waarover het die dag ging waterstof.
Waterstof spreekt enorm tot de verbeelding en wordt vaak aangehaald als
alternatief op aardgas. Onze bestaande gasleidingen gebruiken om onze woningen
duurzaam te verwarmen, het klinkt zo logisch, maar is dit echt de oplossing?
Hieronder de lessen die ik trek uit de waterstof innovatie, hoe dit samenhangt
met het verhaal van Minister Wiebes en onze welvaart.
Beide bijeenkomsten spraken veel mensen aan. Zowel voor het werkbezoek
als het
inhoudelijke programma was het maximum aantal inschrijvingen ruim
overschreven en waren ook veel mensen van buiten de regio Maassluis en Rozenburg aanwezig.
Onder de bezielende leiding van Albert van der Molen (Stedin)
maakten we de pelgrimstocht naar de waterstof
proefopstelling in Rozenburg. Deze opstelling produceert 100% waterstof en
levert dit vervolgens via gasleidingen aan een appartementencomplex 100 meter
verderop. Eigenlijk was hier dus weinig te zien: dezelfde leidingen en in het
complex dezelfde herkenbare HR-ketel, maar nu op waterstof. Precies de bedoeling
volgens Albert, want de charme van waterstof is dat er relatief weinig verandert
voor ons als bewoners. Deze magische moleculen moeten dus vooral het verwarmen
én verduurzamen van woningen simpel houden.
Dit lijkt op weinig innovatie, maar schijn bedriegt. Er zijn behoorlijke ontwikkelkosten geweest voor het maken van de waterstofketel en Stedin is als netbeheer nu precies de enige partij die geen waterstof mag produceren en vervoeren. Een complex gebeuren, maar absoluut nodig om tot eerste resultaten te komen. Het waren vooral deze discussies en samenwerking tussen Stedin, ketelfabrikanten en de overheid die tot dit resultaat hebben geleid. Albert geeft aan dat we als Nederland hierin dus mogelijk vooruitlopen op de rest van de wereld, een mooie kans!
Maar wie het nieuws volgt, leest heel andere dingen over waterstof. We moeten vooral overstappen op warmtepompen of collectieve warmtenetten. Waterstof wordt hierin, net als groen gas, niet gezien als een logische kandidaat voor het verwarmen van onze huizen. ‘Buizenallergie’ noemt Albert dit. ‘’We hebben een fijnmazig gasnet dat tot 10 keer meer vermogen kan vervoeren dan het elektriciteitsnet. Daarnaast kan in het gasnet, in tegenstelling tot het elektriciteitsnet eenvoudig energie worden opgeslagen. Het zou zonde zijn als we dit niet optimaal inzetten, omdat aardgas nu de vijand is geworden’’. Stedin is overigens niet van mening dat waterstof overal een logische oplossing is. We moeten vooral kijken naar de laagste maatschappelijke kosten (kortom, het betaalbaar houden voor iedereen). Uit deze onderzoeken, aldus Stedin, komt naar voren dat groene moleculen zoals waterstof en groen gas voor 40% van het gebied van Stedin ingezet kunnen worden. Dit zijn flink wat woningen op waterstof.
Deze laatste paar zinnen zullen zorgen voor de nodige discussies, maar dit is niet de focus van deze reflectie. Ik ben hier niet om het evangelie van waterstof te schrijven, maar wel om dit in verband te brengen met de suggesties van Minister Wiebes. Deze discussies over alternatieven op aardgas gaan in de kern over kosten en onze welvaart als Nederlanders. Laat hier nu net het betoog van de minister over gaan.
Het gaat volgens de minister goed met ons land, alleen hebben we
daar weinig van gemerkt.
De economie is sinds 2002 met een kwart gegroeid; alleen is die economische groei opgegaan aan zorg, pensioenen en het aflossen
van onze staatsschuld. Nobele doelen, alleen met een toekomstige vergrijzing en
onze huidige economische groei gaan we er zo nooit op vooruit. De taart moet
groter, niet nóg beter herverdeeld worden, aldus de minister.
Deze grotere taart, waar kopen we die dan?
(Sven:) Onder andere in Rozenburg met waterstof dus.
Het zijn innovaties die ons meer welvaart moeten opleveren. Want
juist meer welvaart is nodig om onze klimaatdoelen te halen. Hoe rijk Nederland
ook is, niet iedereen kan zomaar investeren in de verduurzaming van zijn
woning. De oplossing ligt niet in minder consumeren om het klimaat te helpen,
we moeten slimmer consumeren. Inzetten op de laagste maatschappelijke kosten
voor aardgas is dus prima, maar aardgas blijft gewoon het goedkoopst! We moeten
dus ook inzetten op MEER maatschappelijk vermogen en welvaart om de kosten van
de energietransitie te dragen.
We hebben alleen een aantal problemen. We geven aan onze motor van
de welvaart, innovatie, heel weinig uit. We zijn als Nederlanders erg efficiënt
met iedere euro die we steken in innovatie, omdat deze een veelvoud aan
rendement oplevert. Je zou dan denken, stop er meer in! Helaas geeft dit al
jaren het omgekeerde effect; we halen nu zoveel rendement uit geïnvesteerde
euro’s dat we daardoor ook relatief weinig investeren in innovatie.
De minister eindigde zijn betoog met de volgende vraag aan de zaal: “Als we vooruitgang willen, moeten we dan niet het avontuur aangaan en kiezen voor lef en vernieuwing?”
Als we dit aan waterstof verbinden, zie ik het volgende. We zijn een van de koplopers in de wereld, maar we moeten deze kennis wel gaan gebruiken. Hiervoor hebben we naast meer geld voor innovatie en slimme toepassingen een oplossing nodig voor een ander probleem. We moeten proberen flexibel te blijven denken in de energietransitie. Zeker met de groeiende transportschaarste in het elektriciteitsnet en daarmee gemoeide kosten in het achterhoofd. Dat we van het aardgas afgaan, betekent niet dat we onze kennis over buizen vaarwel hoeven te zeggen. Met ideologische strijd maken we Nederland niet rijker. Los van welke rol waterstof ook gaat spelen in de gebouwde omgeving. Deze innovaties kunnen we wel mooi inzetten om meer welvaart te creëren en de energietransitie betaalbaar te houden.