Ongeveer 20 experts, met zowel ervaring van de
inkopende kant als de verkopende kant, van heel klein MKB, groter MKB, tot
consultants, en gemeenteraadsleden, zijn op hun vrije donderdagavond naar Den
Haag gekomen om in de Tweede Kamer met Martin Wörsdörfer in gesprek te gaan.
We zijn concreet in gegaan op de volgende drie vragen:
· Hoe ziet de praktijk
van het aanbesteden eruit?
· Welke concrete verbeteringen
zijn wenselijk?
· En hoe borgen we de uitvoering
van de actie-agenda?
Aanbestedingsregels zijn er om te
borgen dat overheden op een geobjectiveerde en professionele wijze opdrachten
in de markt zetten. In Nederland kennen we de Aanbestedingswet 2012 die
voortborduurt op Europese regelgeving. Alle goede bedoelingen ten spijt klinkt
er vaak kritiek door op aanbestedingsregels zoals die in de praktijk toepassing
vinden. Dat vormde de achtergrond van het gesprek op 17 mei. De bijeenkomst was
niet vrijblijvend; de deelnemers was vooraf gevraagd huiswerk door te menen,
waaronder de brief van de Staatssecretaris over de evaluatie van de
Aanbestedingswet en het Actieplan ‘Beter Aanbesteden’ van EZK. De imposante
fractietafel was ongeveer gelijkelijk verdeeld over vertegenwoordigers vanuit
de overheid en vanuit het bedrijfsleven. Daarmee ontstond een levendige
discussie.
Het met elkaar om
tafel zitten, bleek ook al meerinzicht te geven in de processen en het tot
stand komen van bepaalde uitvragen of misstanden. Want "wie formuleert de
opdracht eigenlijk?". Beleidsdoelstellingen, bijvoorbeeld op het gebied
van MVO of SROI, moeten op bestuurlijk niveau vastgesteld worden. Het moet
inkopers makkelijker gemaakt worden; de rol van inkopers moet duidelijker zijn:
zowel m.b.t. positionering als professionalisering.
In de discussie kwam onderscheid
naar voren in aanbestedingen van grote instellingen zoals de politie en
defensie, maar ook die van kleinere zoals lokale overheden. Aanvankelijk leek
een negatief beeld te ontstaan, maar dat werd al snel genuanceerd: heel veel
gaat ook heel goed! Het is logisch dat in een debat vooral verbeterpunten aan
de orde komen, maar over het algemeen is men niet ontevreden. Onder de
verbeterpunten: gedrag. En dan ging het niet alleen over het gedrag van de
aanbestedende inkoper, maar ook dat van de verkopers. Dat gedrag werd (mede)
gerelateerd aan de positie van inkoop in organisaties; de rol wordt vaak
onderschat en ondergeschikt ondergebracht. Dat helpt niet om het profiel van
inkopers naar een hoger plan te tillen. Naar aanbesteders werden concrete
suggesties geuit: Zorg binnen de afdeling inkoop dat de kennis van de markt op
orde is en van de hele organisatie dat heldere beleidsdoelstellingen zijn
geformuleerd die in de aanbesteding naar voren moeten komen. Aan dat laatste ontbreekt
het vaak, waarmee inkoop niet zelden beperkt blijft tot een
technisch-faciliterende rol.
Vanuit NEVI kwam
het voorstel om de kleinere overheden te helpen door de categorieplannen van de
ministeries - die zeer uitgebreid zijn, en zijn voorzien van onderzoeken,
analyses en strategieën van de meest gangbare vaakfacilitair ondersteunende
inkoopproductgroepen die iedereen inkoopt zoals:catering, meubilair, ICT,
bedrijfskleding etc. - voor de kleinere overheden beschikbaar te stellen.
Een ander aspect dat ter sprake kwam was het proces en de administratie. De aandacht gaat dan meestal eenzijdig uit naar de deelnemers van een aanbesteding. Aanbestedende overheidspartijen zelf blijven vaak onderbelicht. Maar het proces van aanbesteden leidt met alle regels ook tot grote – en soms onnodige - kosten bij de overheid. De vraag is of met de centrale doelstelling van aanbesteden in gedachten de regels niet eens tegen het licht moeten worden gehouden. De betrokkenheid van tenminste drie ministeries (te weten: EZK, BZK en I&W) vormt niet per se de beste uitgangspositie voor een soepele procedure.
In de loop van de avond kwam het Italiaans aanbestedingsmodel voorbij als middel om innovatie aan te moedigen. Hoewel de naam de wenkbrauwen deed fronsen, zagen deelnemers ook positieve kanten aan dit model, waarbij de partij die met een idee naar voren treedt later bij de aanbesteding het recht krijgt om de winnaar van de aanbesteding nog uit te dagen. Niet alle handen gingen hiervoor op elkaar.
Om het aanbesteden te professionaliseren
werd een variëteit aan maatregelen genoemd: de positionering van inkoop in de
organisatie, verbetering in gedrag en voorbereiding, maar ook opleiding. Die
maatregelen werden tot de ‘wortels’ gerekend. Het debat suggereerde ook de
inzet van ‘stokken’. Daarmee werd gedoeld op vergoedingen. Dan gaat het om
vergoedingen voor laattijdige intrekking van een aanbesteding, vergoedingen bij
complexe aanbestedingen (tendervergoedingen) en verplichte evaluaties van het
aanbestedingsproces zo ook het idee van een aanbestedingskamer bij de
rechtbank.
Tot slot kwam ook de complexiteit
van aanbestedingen voor kleinere ondernemers aan de orde. Vrij algemeen zag de
tafel ruimte voor verbetering in de voorlichting, maar anderzijds werd
opgemerkt dat je misschien niet met een aardappelmesje een olifant te lijf moet
willen gaan. Tegen 22.00 liep de discussie op zijn einde waarna bij Café
Millers nog kort werd nagepraat.
We willen bij dezen alle aanwezigen nogmaals hartelijk
bedanken voor alle tijd en energie die ze in de sessie gestoken hebben. We
hebben het, door jullie inzet, ervaren als een zeer geslaagde avond, met veel
waardevolle input voor Martin Wörsdörfer.
"Het was een leuke ervaring om vanavond bij de
expertsessie Beter Aanbesteden van de VVD aanwezig te mogen zijn. Een mooi
initiatief en respect voor het werk en de moeite die jullie bij de VVD doen om
de praktijk echt te horen over bepaalde kwesties."